Deze bundel bevat een gedicht en twintig verhalen, divers qua tijd en onderwerp. Wat de tijd betreft spelen de verhalen zich af tussen de dertiende eeuw en het heden. Onderwerpen van de vertellingen zijn onder andere een uitbesteed kind, de sloop van een boerderij, een belofte aan een heks, Sint Maarten, familierelaties, verloren liefdes en levensgeschiedenissen. Vaak zijn er ook herinneringen aan eerdere gebeurtenissen. Altijd staat de mens centraal. De verhalen hebben gemeen dat ze zich afspelen in West-Friesland, een streek waar de Wognumse schrijfster (1952) woont en waar ze zich erg betrokken bij voelt. De vertellingen, in lengte variërend tussen 2 en 29 pagina's, laten zich makkelijk lezen, enkele zijn gebaseerd op historische feiten. De veelheid aan onderwerpen maakt de bundel levendig. De titel 'Tweelichtig' (van het gedicht, het eerste verhaal en van de bundel) komt van het West-Friese 'tweilichtig' wat schemeruur/tussentijd betekent, een tijd voor verhalen en herinneringen. Kleine druk.