Dit studieboek voor therapeuten beschrijft de methode van een dialectische, intergenerationele gezinstherapie. Dat wil zeggen, dat een individueel probleem niet op zichzelf staat, maar onder invloed verkeert van conflicten tussen de generaties. Problemen worden van generatie op generatie overgedragen. Daarbij spelen onderlinge loyaliteiten een grote rol. Loyaal aan de ander (familie) betekent niet loyaal aan jezelf. Nagy is naast veel anderen een van de bekendste grondleggers van de gezinstherapie. Samen met co-auteur Krasner, mede-grondlegger van de contextuele therapie, is dit belangwekkende handboek tot stand gekomen. Iedere vorm van psychotherapie heeft ook een filosofische basis. In dit geval de filosofische antropologie van Martin Buber en het existentialisme. Twee overtuigingen liggen aan de basis van de contextuele therapie: iemands beslissingen en handelingen hebben gevolgen voor anderen en ten tweede: bevredigend in een relatie staan is voor een mens onafscheidelijk verbonden met die ander. Aan elkaar geven en samen voordeel hebben vormen de ethische basis van een relatie. Doel van de therapie is herverdeling van lasten en baten onder de gezinsleden. Met praktijkvoorbeelden, verklarende woordenlijst, literatuuropgave en register. Ongewijzigde herdruk.