In deze psychologische thriller komen in afwisselende hoofdstukken twee jonge vrouwen aan het woord. De een, Charlotte, vindt op een avond een gewonde man in een steegje. De ander, Rebecca, is de afstandelijke zus van Luke, het slachtoffer. Door een misverstand denken de ouders van Luke, die in coma ligt, dat Charlotte zijn vriendin is, en ze helpt hen niet uit de droom. Zowel Rebecca als Charlotte hebben geheimen, ze vertrouwen elkaar niet en de lezer wordt lang in het duister gehouden wie de waarheid vertelt. Vooral omdat beide vrouwen niet echt sympathiek afgeschilderd worden. Het boek is slim opgebouwd en het slot is verrassend. Voor liefhebbers van Gillian Flynn, Paula Hawkins en B.A. Paris is dit een aardige aanvulling op het genre.