In 1906 werkt Lotta Rae (19 jaar) in Londen op kantoor bij brouwerij Whitbread, waar haar vader arbeider is. Ze trekt de aandacht van een investeerder, een getrouwde veertiger, bevriend met de familie Whitbread. Lotta heeft een vriend, ontloopt de man, maar op de avond van Halloween wacht hij haar op en verkracht haar in een steeg. Gesteund door haar geschokte ouders doet ze aangifte, maar tijdens de rechtszaak blijkt advocaat Linden, in wie ze veel vertrouwen had, een zwakke broeder, bang om zijn baan te verliezen, zodat de verkrachting onbestraft blijft. Ze is geschokt, haar vader zo boos dat hij de verkrachter neersteekt en in de gevangenis overlijdt. Twaalf jaar later sluit ze zich aan bij het feminisme van de Suffragettes, waar ook Williams' zoon actief is. Dat brengt haar op een idee om wraak te nemen. Dit debuut van de Iers-Britse journaliste en muzikante is een goedgeschreven, boeiende roman die een goed tijdsbeeld geeft van Londen in de periode tot en met de Eerste Wereldoorlog. Het enige minpuntje is dat het plan waarmee Lotte wraak wil nemen niet helemaal kan overtuigen.