Omdat vanwege sneeuwstormen de vliegvelden dicht zitten, gaat de Noordierse Tom zijn studerende zoon Luke per auto ophalen in Sunderland, een voorstadje van Newcastle aan de Engelse oostkust. Daartoe neemt hij eerst de ferry en rijdt daarna dwars door Engeland, hetgeen hem alle tijd geeft om zijn leven te overdenken. Zo horen we over zijn onzekerheden, zijn werk als fotograaf, zijn jongste dochtertje Lilly die van grapjes houdt, zijn zoon Luke en zijn oudste zoon Daniel. Daarbij doet Tom veel aan zelfonderzoek, want de tragedie die Daniel is overkomen kan Tom maar moeilijk onder ogen zien. Een fysieke reis als metafoor voor een spirituele zoektocht is een cliché, en de langzame onthulling van wat er met Daniel is gebeurd past meer bij een thriller dan bij een psychologische roman, maar vanwege de stijl, de eerlijkheid van Tom en de treffende beschrijving van de impact die een vervreemde zoon op de rest van het gezin kan hebben, is dit toch een indrukwekkende en op momenten bijzonder pijnlijke roman.