Het is het jaar 2275. Rheyn B-71 en Levya C-35 hebben hun studies afgerond en staan voor de volgende fase in hun levensplan: het Bezinningsjaar. Hoewel ze worden geacht serieus na te denken over de toekomst, beschouwen ze deze periode als een vakantie. Ze besluiten een illegaal uitstapje te maken naar het reservaat van de raadselachtige grauwers, een sterk op mensen lijkende apensoort. Daar ontdekken ze dat grauwers in huizen wonen, kleding dragen en een eigen taal spreken. Ze hebben zelfs namen. Als ze de grauwer Aag ontmoeten, is de verwarring compleet en stapelen de vragen zich op. Zijn grauwers wel apen?
Is de homo sapiens echt uitgestorven, zoals hen is verteld? En hoeveel leugens staan er eigenlijk in de Wet op de Waarheid?
Het verhaal van Rheyn, Levya en Aag geeft een beklemmend beeld van een toekomst waarin de mens het belangrijkste dreigt te verliezen wat hij bezit. Zijn menselijkheid.