We maken kennis met een moeder van twee kinderen. Voor de buitenwereld lijkt ze gelukkig getrouwd, maar de lezer komt al gauw meer te weten. Na de geboorte van hun zoon, nu een puber, begon haar man Aurélien haar te kleineren, te bedreigen, niet door haar te slaan, maar door verbaal geweld. Ze kreeg een depressie, hij ging in therapie en na zeven jaar werd hun dochter geboren. Na weer zeven relatief kalme jaren barst tijdens een weekend in een vakantiehuisje de hel onverwacht weer los. En nu is er geen redden meer aan. Tot in haar ziel gekwetst ziet zij zich gesteld voor de pijnlijke keuze: blijven of weggaan. In haar telefoon legt ze een lijstje aan van alle beledigingen, hoon en vernederingen die haar man tegen haar uit. Het aangrijpende verhaal dat huiselijk verbaal geweld bespreekbaar maakt, is op een bijzondere manier geschreven, namelijk in de tweede persoon: de lezer hoort de vrouw als het ware tegen zichzelf praten en leeft daardoor met haar mee. Heeft zelfs de neiging zich met het verhaal te bemoeien. Een heel knap debuut van deze schrijfster. Duidelijke druk.