Mark Renton balanceert op de rand van de afgrond. Hij is verslaafd aan heroïne en ziet hoe AIDS in Edinburgh zijn vriendenkring uitdunt. Renton is kotsmisselijk van de wereld waarin hij leeft en vooral van zichzelf. Hij dwaalt door de vervallen wijken van Edinburgh, voortdurend op zoek naar geld, dope en vergetelheid. Toch loopt hij steeds weer stuk op zichzelf. Zijn vrienden buiten hem uit, verwaarlozen zichzelf en beschermen zich achter een schild van zwartgalligheid en cynisme. In dit verbluffende debuut komt de respectabele bovenwereld niet voor. Hij schetst in rauwe bewoordingen de wereld van junkies, hoeren, alcoholisten, zwervers en andere randfiguren; de wereld van de getto's die in alle grote steden van Europa en Amerika voorkomen en die maar één ding gemeen hebben; de totale troosteloosheid van een uitzichtloos bestaan. Hoewel het boek inderdaad indrukwekkend en intens droevig is, kleeft er een groot bezwaar aan: in zijn poging het verhaal zo authentiek mogelijk te maken, geeft Welsh bijna fonetisch de taal van de straat weer. Dat bemoeilijkt het lezen en werkt soms storend. Ook de Engelse lezer moet voortdurend vertalen om te begrijpen wat er precies staat. Verfilmd. Kleine druk en ruime interlinie.