De tien verhalen in deze bundel gaan vaak over wat onder de oppervlakte van het ogenschijnlijk rustige dagelijks leven kan liggen. In het eerste verhaal pakt een jonge vrouw, die nadat haar man hun drie kinderen heeft gedood omdat zij bij de buren ging uithuilen over zijn gedrag, langzaam haar leven weer op. In het derde leest een vrouw een verhalenbundel en merkt dat ze in een verhaal een rol speelt, maar kan zich de schrijfster niet herinneren. In 'Some women' ziet de verteller dat een stervende man er plezier in heeft dat de vrouw die hem masseert weinig kennis heeft. En het langste en titelverhaal gaat over het Russische wiskundegenie Sophia, die eind 19e eeuw alleen in Zweden aan het werk kan. De belangrijke auteur (1931) van korte verhalen wordt wel de Canadese Tsjechov genoemd en werd voor haar hele oeuvre bekroond met de Man Booker International Prize 2009. Deze prachtige verhalen, waarin heel subtiel, bijna onderkoeld en in een voortreffelijke stijl wordt geschreven over ogenschijnlijk onopvallende mensen, onderstrepen nog eens haar reputatie. Pocket met kleine druk en smalle marges.