In dit deel van de op fraai papier gedrukte reeks ballonstrips met heer Bommel en Tom Poes in de hoofdrol, raakt de heer van stand het zicht op de realiteit kwijt doordat hij een vertekenende bril is gaan dragen. De bril is ontsproten aan een zonnebloem die volgens de 'bosbaas' Pee Pastinakel te veel 'zonnewieling' bevat. Daardoor ziet heer Bommel in een onweersbui zonneschijn en merkt hij het niet als zijn omgeving een tranendal is. De ambtenaar Dorknoper zorgt voor onrust door heer Bommel te confronteren met een belastingschuld wegens ongedeclareerde goudstukken. Maar uiteindelijk loopt het door de vondst van een goudschat goed af. Het verhaal is enigszins verwant aan de ondertekststrip 'De zonnige kijk' (1976) waarin professor Sickbock een vileine opticien is en er eveneens een goudkwestie speelt. Een voor jeugdige lezers aantrekkelijke sprookjesachtige vertelling, met als toegift achterin het ontwerp van het door Tim Artz vervaardigde nieuwe omslag. Afzonderlijk leesbaar naast het vorige deel, 'Tom Poes en het toverboekje' (2017)*. *2017-40-4541 (2017/50).