Om na een gebroken huwelijk tot rust te komen vertrekt Abby Macleod naar Israël waar ze deelneemt aan een archeologische opgraving. Bij aankomst in Tel Aviv wordt haar reisgenoot het slachtoffer van een aanslag en wordt Abby aanvankelijk als medeplichtige beschouwd. Als ze zich aansluit bij het opgravingsteam, maakt ze kennis met Hannah Rahov, de teamleidster. Tijdens de opgraving stuiten ze op een vrij zeldzame, door een vrouw genaamd Leah geschreven inscriptie uit de eerste eeuw n.Chr. In de vriendschap die zich tussen beide vrouwen ontwikkelt, vertelt Hannah haar levensverhaal, dat nauw verwant is aan de geschiedenis van Israël en haar persoonlijke keuze voor God. Omvangrijke, toegankelijk geschreven prot.-chr. roman met goede karaktertekening, waarin de auteur, die bijbelse archeologie heeft gestudeerd, naast de hoofdverhaallijn ook het leven van Leah uit het begin van onze jaartelling plaatst. Het thema vergeving wordt daarbij goed uitgewerkt. Kleine druk.