De vader vanToda (ik-persoon) is banketbakker, totdat op een dag alles verandert. In het zuiden is oorlog uitgebroken tussen de enen en de anderen. Toda's vader moet weg om het land te verdedigen. Gelukkig heeft hij het handboek 'Wat Elke Soldaat Moet Weten', waarin precies staat hoe hij zich kan verkleden als struik. Toda blijft met haar oma achter in de stad. Maar als het daar ook niet veilig meer is, wordt ze naar haar moeder gestuurd, die in een buurland woont. Tijdens haar reis maakt ze heel wat mee: Toda komt bij het Algemeen Belang terecht, ze ontmoet een soldaat die niet kan commanderen, een echte generaal en ze moet ook nog leren praten in een andere taal. Prachtig verhaal in de lijn van 'Deesje' en 'Iep!', waarbij tekst en tekeningen samen het verhaal vertellen. De auteur weet een heftig onderwerp luchtig en met humor te beschrijven. Haar taalspel, inlevingsvermogen en sympathie voor de personages zijn groot. Toda pakt je als lezer helemaal. Korte hoofdstukken; ruime bladspiegel. Met veel pentekeningen in zwart-wit en een aantrekkelijke omslagillustratier. In 2011 bekroond met een Vlag en Wimpel van de Griffeljury. Vanaf ca. 10 jaar.