De eenhoorn hoort nergens bij, maar hij kan dat niet geloven en gaat op zoek. Tijs verhuist van een huis aan zee naar een huis bij een bos. Hij vindt het maar niets en na twee weken loopt hij weg. Op zoek naar zijn oude huis. Hij belandt echter op een toren waar hij de eenhoorn ontmoet. Omdat eenhoorn geen spiegelbeeld heeft, maakt Tijs een tekening van hem. Na wat rondzwervingen brengt een agent hem weer thuis. Bijzonder mooi prentenboek, waarin het verlangen naar het oude huis waar alles goed was en de angst voor het nieuwe huis heel invoelbaar is uitgewerkt. De imaginaire vriend, de eenhoorn, speelt daarbij een belangrijke, herkenbare rol, zoals veel kinderen een niet bestaand vriendje hebben. Het taalgebruik is literair, met mooie opsommingen en sprankelende dialogen. Imme Dros weet de leef- en belevingswereld van de peuter heel goed te treffen. Voor de illustraties zijn verschillende technieken gebruikt en soms worden meerdere illustraties binnen één pagina gegeven, waardoor de waarneming wordt gestimuleerd. Wederom een heel geslaagd prentenboek van het duo Dros-Geelen. Leespluim juli 2016. Vanaf ca. 4 jaar.