De auteur (1951) bevalt in 1967 op vijftienjarige leeftijd van een dochtertje, dat zij echter meteen ter adoptie afstond. Het verhaal schildert op indringende wijze de tegenstrijdige gevoelens van een jonge moeder die in een door sociale conventies en de absolute waarheden van de Rooms-Katholieke Kerk bepaald leven haar weg moet zien te vinden. Met behulp van een journalist als medeauteur schetst Klitsie nauwkeurig de gezinssituatie, waarin zij opgroeide: twee hardwerkende ouders en acht kinderen, nagenoeg permanente financiële krapte en een gesloten communicatie. De veranderingen op alle maatschappelijke gebieden in de jaren zestig hebben een enorme impact op het gezinsleven. Met name haar zussen rekken de fatsoensgrenzen enorm op en laten de ouders ontredderd achter... Tegelijkertijd - maar onafhankelijk van elkaar - beginnen moeder en dochter elkaar te zoeken. Zij vinden elkaar; met alle problemen die dat ook weer met zich mee brengt. De auteur brengt op positieve wijze de positie van afstandmoeders toen en nu onder de aandacht van een groot publiek. Met enkele zwart-witfoto's, bronnen- en literatuurlijst. Geschikt voor een groot publiek. Heraanbieding van a.i. 2008-26-0-117; men dient opnieuw te bestellen.