Vijf weken nadat haar man Richard in de staat New York is doodgereden door iemand die doorreed en niet is gepakt, reist de Amerikaanse Clare in 2015 naar Havana voor een Filmfestival waaraan hij had willen deelnemen om er de eerste Cubaanse horrorfilm te zien. Ze logeert in een vervallen hotel dat ze zelf 'The Third Hotel' noemt, omdat de taxichauffeur haar eerst naar twee verkeerde adressen bracht. Als ze in Havana rondloopt ziet ze opeens een man staan die veel op Richard lijkt, ze weet dat hij het niet kan zijn, maar volgt hem door de stad. Dat resulteert in een (denkbeeldige?) confrontatie waarin Clare duidelijkheid krijgt over haar rol in hun huwelijk, Richards ongeluk en de ziekte van haar vader. Deze tweede roman van de meermaals bekroonde Amerikaanse auteur (1983) die ook twee verhalenbundels publiceerde, is goed besproken in de pers. De uitstekende plot speelt erg goed met de grenzen tussen waarheid/fantasie/herinnering en hoewel het eerste deel wat traag is, vallen alle verhaallijnen in deel twee op hun plaats, wat resulteert in een originele en heel indringende roman over rouwverwerking.