Een jonge Amerikaan, snel carrière makend als psychiater, vormt samen met een groep landgenoten tijdens de jaren twintig van de 20e eeuw in Zwitserland een ietwat losgeslagen enclave. Hij trouwt met een patiënte, die nimmer geheel zijn evenknie wordt. In het web van frivole relaties vervaagt al spoedig deze huwelijksband en geleidelijk zinkt de hoofdpersoon weg in een onoverzichtelijk en ongeordend leefpatroon, zodat hij na terugkeer in Amerika uit het zicht van zijn milieu verdwijnt. Fitzgerald schildert in deze roman vooral een sfeer, de 'gay twenties' die voor hen die dit leefklimaat construeerden, uiteindelijk tot een wrange nasmaak leidden. De roman is binnen een klein milieu geschreven, waarvan de verhoudingen in snelle dialogen worden getypeerd. Het verhaal is nog steeds onderhoudend en trefzeker. Verzorgd uitgegeven met een introductie (36 p.) en noten (20 p.) door Richard Godden en 2 p. bibliografie, alle in kleine druk; de tekst van het verhaal is gezet in vrij kleine druk.