Vanwege de te hoge werkdruk op school stopt geschiedenisdocente Lucy tijdelijk met werken. Ze vertrekt met haar hond naar een dorpje in de Cotswolds om een eigenzinnige hoogbejaarde vrouw met de dagelijkse bezigheden te helpen. Lucy geniet van de rust in het dorp, al moet ze er wel aan wennen dat de anonimiteit van het stadse leven er ver te zoeken is: iedereen weet zo’n beetje alles van elkaar! Ze raakt bevriend met hondentrainster Mel en met overbuurman Sam. Ook helpt ze met het schrijven van een boekje over de geschiedenis van het dorp. De oude rode telefooncel op het plein wordt het gesprek van de dag: het ding ziet er niet uit en zou beter vervangen kunnen worden door een bankje. Maar dan komt een meisje van 14 met een beter plan: maak er een minibieb van, juist ook omdat de bibliotheek in de dichtstbijzijnde stad gaat sluiten. Met zijn allen gaan ze aan de slag: schoonmaken, verven en boeken verzamelen. Ondertussen laait de liefde tussen Sam en Lucy op, maar kan het ook wat worden? Heerlijk knus en kabbelend verhaal over een dorp waar je zou willen wonen.