Daan en Maayke en hun twee kinderen Sander en Lieke besluiten met elkaar, nadat Daan plotseling ontslagen is als chef de cuisine, naar hun geliefde Oostenrijk te vertrekken om daar een hotel te gaan runnen. Dit gaat echter niet helemaal zoals ze zich voorgesteld hadden. Zij hebben zich dan ook wel erg slecht op hun nieuwe toekomst voorbereid en tuinen goedgelovig in de val van onbetrouwbare Oostenrijkse makelaars en banken. Het is niet te geloven wat ze allemaal moeten doorstaan, ook door hun eigen stommiteiten. Deze onthutsende ervaringen doen hen terugkeren naar Nederland. Deze roman is een langdradig en zoetsappig verhaal, een zakelijk verslag van het hele proces van hun onderneming en toen... en toen. Het verhaal is gecombineerd met eigen ervaringen van de auteur in Oostenrijk waar hij lang gewoond heeft. Oostenrijk komt er slecht vanaf: een land van oplichters en geldwolven in de toeristenindustrie, inderdaad 'te mooi om waar te zijn'.