Na twee bejubelde verhalenbundels over juridische zaken is dit de tweede roman van deze auteur/advocaat. Hoofdpersoon is een jongeman die na de zelfmoord van zijn vader in de kunst van de fotografie een uitdaging vindt. Hij komt tot het inzicht dat werkelijkheid en waarheid twee verschillende dingen zijn. Deze overtuiging staat centraal in het proces dat tegen hem gevoerd wordt als hij van moord wordt beschuldigd. Dit proces mondt uit in een ingenieus juridisch steekspel. Een boek dat beslist in een literair-filosofische traditie staat en afwijkt van de traditionele misdaadroman. In een soepele, intelligente, heldere stijl geschreven, waarbij de personen fungeren als de stenen in een ietwat pretentieus theoretisch bouwwerk. Een interessante roman voor literaire lezers met een wat filosofische inslag.