In het boek Taal in beeld zijn 45 eigentijdse, frisse werkvormen opgenomen die docenten in hun lessen kunnen gebruiken om leerlingen met beelden te prikkelen, nieuwsgierig te maken en om taal uit te lokken. Nieuwsgierigheid is de motor van het leren, zo weten we uit hersenonderzoek. En leerlingen die nieuwsgierig zijn, stellen graag vragen. Bovendien groeien leerlingen van nu op in een beeldcultuur. Dus door het inzetten van beeld voelen ze zich meer betrokken bij de les en onthouden daardoor de gegeven informatie beter. Dat helpt enorm bij het leren van een nieuwe taal. Het boek begint met een uitleg over de ontwikkeling van het brein en hoe verbeelding kan bijdragen aan het leren van een taal. Vervolgens komen de verschillende werkvormen aan bod, waarbij de leerlingen actief aan de slag gaan met stilstaand en bewegend beeld. De werkvormen zijn logisch gerangschikt in vier delen, zodat de docent eenvoudig de werkvorm kan kiezen die bij het lesdoel past. Per werkvorm is een helder stappenplan opgenomen dat de docent eenvoudig kan doorlopen. Daarbij is uitgegaan van een bepaald ERK-niveau, maar met een paar kleine aanpassingen zijn de oefeningen ook geschikt voor groepen met een hoger of lager niveau.