Mouse is stapelgek op superhelden, maar valt daardoor op school wat buiten de groep. Ook thuis is er met vijf aandacht vragende jongere broertjes weinig oog voor hem. Mouse begint de hoop te verliezen dat hij ooit echte superkrachten zal ontwikkelen, maar dan stoppen zijn moeder en hij per toeval een juwelenrover, en ziet het hele dorp hen als superhelden. De verteller van dit verhaal zorgt voor een lading aan humor, spot en drama. Hij geeft vaak zijn ongezouten mening en praat tegen de lezer alsof ze samen een gesprek voeren. Zijn schrijfstijl vol overdrijvingen, met vaak een cliffhanger aan het einde van een hoofdstuk, past goed bij het superheldenthema. Er loopt ook een meer serieuze verhaallijn door dit verhaal, waarin hoofdpersonen zich genegeerd of verlaten voelen en tegelijkertijd tegengestelde emoties ervaren. Dit levert een luchtige, interessante afwisseling op tussen levensechte emoties en absurde gebeurtenissen. Om de drie pagina's zijn er grijze potloodtekeningen aanwezig, waarin vooral chaotische situaties worden afgebeeld. Vanaf ca. 9 jaar, ook leuk voor Nederlandse kinderen in de bovenbouw basisonderwijs die al jong met Engels zijn begonnen.