Nigel (ca. 11, ik-figuur) woont met moeder en broertje Noah in Nederland, terwijl zijn vader in Egypte is achtergebleven. Zijn leven is druk met naar school gaan, met voetbaltrainen, met optrekken met zijn broertje Noah (die veel last heeft van drukke buien), met verwikkelingen in de liefde (hij heeft een oogje op Fleur), met het sturen van e-mailberichtjes naar zijn vader, met sms'en, maar vooral met het bijhouden van zijn logboek. In dat logboek zie je het hele schooljaar in groep 8 met alle verwikkelingen op het gebied van leren, sporten en vriendschappen voorbijtrekken. Tussendoor staan tal van goede tips ten aanzien van een warming-up bij sport, het onderhoud van voetbalschoenen, het maken van een goede Cito-toets, het uitzoeken van een nieuwe school. Kleine zwart-witillustraties zijn als beeldvlindertjes tussen de tekst gestrooid. Het wervelende verhaal is eigentijds, vlot geschreven, met veel spreektaal. De gevoelens en emoties van beginnende pubers zijn raak getroffen. Er is veel oog voor alle vrolijke, maar ook voor alle zorgenmakende kanten van het (gezins)leven. Voorin gaat de auteur kort in op de nieuwe Cito-toets. Eerder verschenen o.a.: 'Cito-stress, turntoppers en brugpiepers' en 'Toetsterreur, turnstrijd & lovetweets'*. Vanaf ca. 10 jaar. *2014-23-4416 (2014/52, 2014-44-0197 (2015/26).