Tussen de zusjes Dinaïda en Bernice is het contact verbroken sinds de scheiding van hun ouders. Dinaïda vindt haar moeder en zus na circa zestien jaar terug. Bernice gaat met haar mee naar Cornwall waar Dinaïda woont in een groot en afgelegen huis met haar man en zoontje, een oude man (blijkt een gifmoordenaar te zijn), en een huishoudster. Bernard, de zwager van Dinaïda, raakt verliefd op Bernice, en zij op hem. Na het oplossen van drie moorden en twee moordpogingen vinden de gelieven na wel erg veel twijfels elkaar. Lange zinnen, veelvuldig gebruik van gedachtestippeltjes, waarschijnlijk bedoeld om de spreektaal beter te benaderen, maar dit komt soms geforceerd over ('Welkom, Roy en Mary ... we hebben schuld, maar we hopen dat je het ons later ... kunt vergeven'). Clichématig taalgebruik ('een laatste bijna weemoedige blik op het woeste geweld'). Het hele verhaal is vergezocht en sentimenteel.