In een vluchtelingenkamp in Soedan woont Saba met haar moeder en haar doofstomme tweelingbroer. De vluchtelingen wonen in hutten, er wordt geroddeld, gedroomd, uitgehuwelijkt, kortom het lijkt op een druk Afrikaans dorp. Er heerst een broeierige sfeer. Hoofdpersoon is het meisjes Saba. Zij woont met haar tweelingbroer en haar moeder in een hut. Zij moet zich zien staande te houden en zich ontwikkelen in deze omgeving die vaak vijandig is. Ze beschermt haar broer, ontdekt haar seksualiteit, waar vijandig op wordt gereageerd, wordt bedreigd en beticht van onzedelijk gedrag door de rechter in het kamp. Sulaiman Addonia (Eritrea,1972) heeft een Ethiopische vader en een Eritrese moeder. In 1976 vluchtte hij met zijn familie naar een vluchtelingenkamp in Soedan, In 1990 vroeg hij asiel aan in Engeland Hij woont nu in Brussel en is columnist bij De Standaard. Veel Westerse lezers kennen het leven in een vluchtelingekamp in Afrika niet. De auteur geeft een indringende inkijk, die soms schokkend, soms verrassend, maar ook liefdevol is. En ook nog eens prachtig beschreven.