Het vierde boek van bestsellerauteur Brené Brown (1966). Deze professor aan de Universiteit van Houston baseert zich in dit boek niet alleen op haar wetenschappelijk onderzoek, maar ook op ervaringen van haarzelf en van anderen en op verhalen. Want volgens haar zijn die manieren om kennis op te doen alle drie even waardevol. Na kwetsbaarheid en imperfectie wijdt ze zich in dit boek aan vallen en opstaan. In feite een vervolg op de vorige twee boeken, want wie zichzelf durft te zijn, zich kwetsbaar opstelt, loopt meer risico te struikelen. Het opstaan daarna en alle fases waar je dan doorheen moet, vereisen juist moed. In veel verhalen is er maar heel even aandacht voor de val en het dal, voordat het succes dat erop volgt breed wordt uitgemeten, maar het is juist dat stuk waarin je het meeste over jezelf leert. Meteen als we op ons gezicht gaan, maakt onze geest daar een verhaal van uit zelfbescherming. Maar dat verhaal klopt meestal niet. Brown pleit voor revolutie. Ze is zelf sterker dan ooit in dit boek, omdat ze veel van zichzelf laat zien. Met register en noten. Ongewijzigde herdruk.