In dit charmante, romantische verhaal zijn twee hoofdpersonen aan het woord. Lachlan Wallace, een, na een auto-ongeluk, herstellende kapitein in het leger. Bethan Gwynne, een alleenstaande moeder met driejarig zoontje Noah. Zij wonen beiden in een flatgebouw en kunnen elkaar zien door de tegenoverliggende ramen. Bethan is net verhuisd naar deze flat en voelt zich eenzaam. Lachlan zit dagen alleen met hond en kat en is ook eenzaam. Als Bethan een bos ranonkels voor haar raam zet, plakt Lachlan een vel papier op zijn raam met de vraag: hoe heten deze bloemen? En zo begint deze raamcorrespondentie en hun vriendschap. Lachlan wil niet dat zij hem zo gehandicapt ziet en Bethan wil niet dat hij weet dat zij een zoontje heeft. Toch willen zij elkaar zien, via een gat in de heg spreken zij met elkaar, de aantrekkingskracht groeit. Uiteindelijk overwinnen zij hun schroom. Uitstekende karakterbeschrijvingen in een humoristisch en origineel verhaal. Paperback met normale druk.