Louile al-Nazari is een crimineel die met haar lijfwacht Qadir (die eigenlijk een djinn is) verboden magie en magische artefacten verkoopt. Qadir had Louile gered toen jaren geleden haar hele stam werd uitgemoord. Als Louile het leven van een laffe prins redt, trekt ze de aandacht van zijn vader, de sultan van Madinne, die haar dwingt een magische lamp te zoeken met de sterkste djinn van alle djinns in zich. De sultan wil alle djinns van de wereld uitmoorden. Louile gaat met de sultan's oudste zoon, prins Omar, op zoek naar deze lamp. Omar is de leider van djinn-jagers die bekend staan als de Veertig Dieven. Echter, Omar heeft via magie zijn broer prins Mazen zijn plaats laten innemen. Omar heeft ook één van zijn Veertig Dieven, Aisha genaamd, een geheime opdracht gegeven. De gebeurtenissen spelen zich af in een Duizend-en-een-nacht omgeving met sterke verwijzingen naar de Arabische mythologie. De vier hoofdpersonen worden goed neergezet evenals de sprookjesachtige Arabische wereld. Een sterk debuut van deze auteur en mooi begin van de trilogie.