Jordi gaat buiten voetballen. Hij is er heel erg goed in. Michel speelt ook mee, maar hij bakt er niets van en loopt verdrietig weg. De volgende dag gaat Michel naar het zwembad. Hij kan misschien niet goed voetballen, maar hij blijkt een kei in waterpolo. Viola zit ook op waterpolo, maar ze vangt geen enkele bal en haakt sipjes af. Later op de dag, in het park, maakt Viola prachtige radslagen en salto's op het veld. Ze blijkt supergoed te zijn in turnen. Sara probeert mee te doen, maar voelt zich ellendig. Het turnen lukt voor geen meter, ze is veel te slungelig. Zou er een sport zijn die bij Sara past? Een prentenboek over sporten en talenten waarin benadrukt wordt dat er voor ieder kind een geschikte sport is. De volwassenen spelen een minder fraaie rol. Zij bevestigen keer op keer de negatieve gedachten van het kind door te zeggen dat sport toch niets voor hem of haar is. Het verhaal is royaal geïllustreerd met vrolijk gekleurde, speelse aquareltekeningen. We zien talloze kinderen klungelen en mislukken om ze vervolgens te zien stralen bij hun favoriete sport. Vanaf ca. 4 jaar.