Oxford, begin van de Tweede Wereldoorlog: een groepje voornamelijk homoseksuele twintigers raakt in de ban van de onweerstaanbare erotiek van een kennelijk heteroseksuele, achttienjarige sportman, David Sparsholt, die evenwel ook te verleiden lijkt tot gay seks. Daardoor raakt hij, inmiddels voormalig RAF-officier en succesvol zakenman, in 1966 (nog net strafbaar!) kennelijk betrokken bij een - niet nader beschreven - homoseksschandaal, waarvoor hij ook vastzit, dat als 'De Sparsholt affaire' blijft hangen. Ook Davids zoon Johnny, zelf homo en later gewaardeerd Londens portretschilder, houdt daar last van, al verloopt zijn 'gay-life' stukken relaxter. Als zaaddonor voor een lesbisch stel initieert hij met zijn dochter Lucy zelfs een derde generatie Sparsholts. In vijf episodes zien we de vrienden van weleer mee veranderen met de tijd en de vergankelijkheid van hun prestaties en vitaliteit ondergaan. Hollinghurst (1954) is de onbetwiste meester van het 'zijdelings' (indirect) beschrijven van gevoelens, verlangens en gebeurtenissen, van het meer suggereren dan uitspreken. Zijn zesde roman wordt alom bejubeld.