David Walliams wordt wel vergeleken met Roald Dahl maar een groot verschil is dat zijn boeken de warmte missen van Dahl. Ook in dit boek zijn er elementen uit diens werk die terugkomen: een weesmeisje, gemene volwassenen en kinderen die ze allemaal te slim af zijn. Maar tot een sprankelend boek leidt dit bij Walliams niet, integendeel dit is een erg mager verhaal. Ruth woont bij haar tante en ziet op een nacht dat er een vliegende schotel neerstort. Zij helpt de bestuurder, 'Spaceboy', uit handen van de politie en de overheid te blijven maar ze komen toch terecht in een geheim onderzoekscentrum voor buitenaards leven. Ruth weet intussen dat Spaceboy maar een gewone jongen is die de vliegende schotel zelf geknutseld heeft en ze moeten er alles aan doen om dit geheim te houden en ook de akelige onderzoeken van een professor te ontlopen. De tante wordt gemakzuchtig lelijk en gemeen neergezet en ook andere personages zijn clichématig. Op vrijwel ieder pagina bestaat een flink deel van de tekst uit uitroepen en geluiden. Veel zwart-wit illustraties en enkele bladzijden als stripverhaal. Vanaf ca. 9 jaar.