Socrates heeft, niettegenstaande het feit dat hij terecht beschouwd wordt als de grondlegger van de westerse wijsbegeerte, geen letter neergepend. Filosofie die niet achter de schrijftafel beoefend werd, maar op het marktplein, waar hij menigeen ondervroeg, irriteerde met lastige vragen en, zo luidde de aanklacht, niet in de goden geloofde en de jeugd bedierf. Medeburger Meletus wist de rechters te overtuigen: de enige gepaste straf is de dood. Aldus geschiedde. Hans Warren en Mario Molegraaf brengen in een uiterst leesbare vertaling van Plato's Euthyfron, Apologia, Kriton en Faidon de laatste dagen van Socrates bij elkaar. Dat de filosofie na Plato enkel nog uit voetnoten zou bestaan, is wellicht wat overdreven, maar het moet worden gezegd: het einde van de luis in de pels van de Atheense democratie heeft desondanks schitterende literatuur opgeleverd. Molegraaf sluit het boek af met een kort essay en maakt de eeuwenoude tekst meteen weer actueel. Hoe staat onze samenleving er vandaag voor? En – tere ziel – zou u een Socrates nog in uw midden verdragen? Welnu, we kunnen er altijd eentje gebruiken.