Het origineel van dit vijfde deel van de serie over Tom en Snuf stamt uit 1959. Tom, Karel en Bertus, drie vrienden van ongeveer 17 jaar, logeren met hun hond bij een bereisde oom die in een heel oud jachthuis in de duinen woont. Het bijbehorende kasteel is sinds lang een ruïne, maar er zou nog een schat liggen. Na de nodige verwikkelingen vinden de vrienden het een en ander. Door ooms vele verhalen over de geschiedenis van het kasteel en zijn bewoners, wordt het verhaal nogal langdradig. Erg ouderwets van taal en stijl. De jongens lijken zowel op de starre zwart-witte pentekeningen als in het verhaal veel jonger. Het verhaal is protestants-christelijk getint en af en toe kan men de politieke gezindheid van de schrijver tussen de regels door lezen. Piet Prins, pseudoniem van ex-parlementariër P. Jongeling, schrijft zijn boeken vanuit een calvinistische levenshouding. Vanaf ca. 11 jaar. Gedrukt in lettertype Dyslexie. Gedrukt in lettertype Dyslexie. Zie a.i.'s deze week voor nog zes boeken van deze uitgever in lettertype Dyslexie.