Na een voorval op school krijgt de 12-jarige Clem van haar vader het dagboek van haar jaren geleden verdwenen moeder. Een dag later ziet Clem een huis uit haar moeders dagboek op een plek waar nooit een huis heeft gestaan. Aangetrokken door de magie van het huis gaat ze op onderzoek uit. Ze ontdekt dat het hele huis gevuld is met sneeuwbollen, in een van de sneeuwbollen zit haar klasgenootje Dylan. Gan, de bewaakster van het huis, ontdekt Clem en ze vlucht. Wanneer ze een dag later terugkeert om Dylan te redden, blijkt het huis verdwenen. Met hulp van het dagboek leert ze meer over haar moeder en haar twee magische zussen en de betekenis van de sneeuwbollen. Zal ze Dylan terugvinden? De Engelse schrijfster schreef eerder nog vier magische sprookjes. Ze vertelt in korte hoofdstukken het verhaal voornamelijk uit het perspectief van Clem, met af en toe een inkijkje in de gedachten van Dylan. Het verhaal nodigt uit om door te blijven lezen en is spannend zonder eng te worden. Vanaf ca. 10 jaar.