Vier vreemden, waarvan drie Indiase genen hebben, ontmoeten elkaar in 2009 in Noord-India tijdens een bruiloft. Ze maken een tocht die hun uiteindelijk vlak bij de sneeuwgrens van een heilige berg in de Himalaya brengt, waar de nogal ontheemde 86-jarige voormalig waterbouwkundig ingenieur Jackson de as van zijn vrouw wil gaan uitstrooien. Reema, een Britse klassieke zangeres, twijfelt aan haar relatie en ontfermt zich over Jackson. Yosh, een jonge Indiase yogaleraar chauffeert en tenslotte is er de slimme Canadese amateurfotografe Monica. De zwakke en getraumatiseerde Jackson wordt een blok aan het been, waarbij iedereen worstelt met hun afkomst en toekomst. Een humane en genuanceerde roman die tevens goed is voor enkele psychologische en spirituele inzichten. Gevoelige roman van de Ghanees-Canadese schrijfster voor de in ras, identiteit en ergens tot behoren geïnteresseerde lezer over de Britse overheersing van India, met name de opdeling van Brits-Indië, de verdrijvingen ten aanzien van de bouw van de Narmada Dam en het bloedblad rond de Gouden Tempel in Amritsar.