Groot prentenboek over het roze poesje Poezie, dat zo graag een eenhoorn wil zijn. In de spiegel ziet ze zichzelf al met een rechtopstaande hoorn tussen haar wollige oortjes, maar Parkiet en Gekko lachen haar uit. Ze doet haar best om een dikke staart te krijgen, op zogenaamde hoefjes te lopen en te hinniken, maar Parkiet en Gekko blijven haar uitschelden voor watjewol, pluizepluk, flutseflop of miezemop. Maar als de zon laag staat ziet ze in haar schaduw toch een eenhoorn, en als die dan echt verschijnt, en zegt dat ze eigenlijk een Poeziehoorn is, is Poezie daar helemaal blij mee. Zelf is ze voortaan ook een Poeziehoorn. Het thema: wees altijd wie je zelf wilt zijn, heeft in het roze poesje en de witte eenhoorn met paarse krullen een concrete vorm gekregen. In de beknopte tekst krijgen sommige woorden door gebruik van kleur en een groter lettertype extra nadruk. In de serie grappige tekeningetjes op de schutbladen worden de figuurtjes nog extra uitgelicht. Boek met een hoog schattigheidsgehalte voor kinderen vanaf ca. 4 jaar.