Hoe bewegen dieren: fladderend als een kolibrie, kronkelend als een slang, slingerend als een aap of zwevend als een arend. In dit deel uit de serie 'Tegenstellingen bij dieren'* wordt verteld over verschillende manieren van bewegen. Afhankelijk van vorm en grootte hebben dieren meer of minder snelheid. Per dubbele pagina gaat het in korte hoofdstukken o.a. over snelle vliegers, rustige dieren, zwakke zwemmers, gangengravers, snelle renners en hoge springers. Vliegende dieren brengen met hun vleugels de lucht in beweging maar er zijn ook vogels die zweven op warme luchtstromen. Duidelijke, beknopte tekstblokjes in diverse, veelal grote lettertypes, geven uitleg over verschillen in bewegen. Met veel feiten en weetjes. Ruim geïllustreerd met grotere en kleinere kleurenfoto's die aansluiten bij de tekst. Soms staat er een centimeter bij een afbeelding om de ware grootte van een dier aan te geven. Achterin staan een woordenlijst, verwijzingen naar andere publicaties, een website, register en informatie voor ouders en leerkrachten. Te gebruiken voor thuis of op school. Vanaf ca. 9 t/m 11 jaar, ook geschikt voor kinderen die moeite hebben met lezen. MLP. *zie a.i.'s deze week voor nog drie delen in deze nieuwe serie. MLP.