Auteur (1957) verwerkt in zijn eerste thriller zijn passie voor punkmuziek, zijn eerdere surrealistische en sciencefiction romans waarmee hij diverse prijzen won en zijn gevoel voor drama. Inspecteur Hobbs, overgeplaatst naar een andere wijk in Londen, onderzoekt de moord op een beroemde zanger in de jaren '80. Deze Brendan Clarke imiteerde een andere beroemde zanger, Lucas Bell, die zeven jaar geleden zelfmoord pleegde. Beiden droegen een masker en beiden vernielden dit masker bij hun laatste optreden. Bell woonde in Hastings en leefde in een imaginaire wereld, verzonnen door vijf tieners. Tegelijkertijd krijgt Hobbs de opdracht van zijn baas om de zelfmoord van een collega en vriend te onderzoeken. Het wordt een drukke tijd voor Hobbs, als eerst een journaliste wordt vermoord en daarna een vriend van Lucas. Het masker is de rode draad van dit verhaal met de aan een nummer van Bell ontleende titel. Veel ondervragingen, weinig spanning, goede karaktertekening van de hoofdpersoon.