Een voordracht over de spirituele betekenis van de zomerzonnewende, aangevuld door drie fragmenten. Steiner beschrijft drie manieren waarop wij zijn ingebed in ritmische processen. Met ons fysieke lichaam ervaren we het meest direct de wisseling van dag en nacht, met ons innerlijk beleven volgen we de jaarlijkse loop van de seizoenen en met onze persoonlijkheid zijn we ingebed in de overheersende cultuur van onze tijd. Veel mensen gaan voorbij aan de meer subtiele kwaliteiten van de jaargetijden. In de hoogzomer is 'het aardewezen' als het ware geheel uitgeademd: de pollen zweven hoog in de lucht, licht en warmte voeren ons dromerig buiten onszelf. In de winter voelt alles 'ingeademd', mineraal samengetrokken, we zijn wakker bij onszelf. De zomer roept ons op om - boven de dromerigheid uit - ons actief te verbinden met de kosmos, onze hemelse oorsprong. De winter daagt ons uit om onze wakkerheid te gebruiken om het materiële te ontstijgen door spiritueel te denken. Zo nodigen ook lente en herfst ons uit om ons bewust te worden van hun karakteristieke kwaliteiten. Een stimulerend boekje.