Tamsin en haar broer Cabell zijn ‘hollowers’, een soort van menselijke mollen. Ze proberen uit cryptes schatten op te graven en die te slijten. Het verhaal begint als hun adoptievader ineens verdwijnt. Dat begin is verwarrend omdat je geen idee hebt in wat voor wereld je verzeild geraakt bent. Moderne wereld? Magische wereld? Een mix van die twee? Tien jaar later gaan er geruchten over een eeuwenoude ring uit het tijdperk van koning Arthur. Daar wil Tamsin voor gaan, ook omdat die ring de vloek die op haar broer rust, zou kunnen opheffen. De hoofdpersoon Tamsin wordt goed beschreven. Ze is koppig, slim, doet alles voor haar broer Cabell maar het ontbreekt haar aan magisch talent. Het eiland Avalon en de dood van koning Arthur spelen een belangrijke rol in het verhaal. Pas in het laatste deel van het boek wordt het verhaal spannend en natuurlijk eindigen we met een cliffhanger, want dit is pas deel 1. Kortom, spanning, romantiek, een vleugje magie en plot twists. Na een verwarrend begin redelijk tot goed leesbaar maar waarom is dit eerste deel meteen al zo dik? Vanaf ca. 15 jaar.
Geschikt voor YA.