Magisch realistisch verhaal over de beginjaren van Liberia, het West-Afrikaanse land dat in de 19e eeuw werd gesticht door uit de Verenigde Staten teruggekeerde ex-slaven. Het verhaal volgt de belevenissen van drie personages: het Liberiaanse inheemse meisje Gbessa, verbannen als heks omdat ze niet kan sterven, de Afrikaans-Amerikaanse slaaf June Dey, die dankzij zijn bovennatuurlijke krachten ontsnapt van een plantage in Virginia, en Norman Aragon, zoon van een Britse koloniaal en een Jamaicaanse slavin, die kan verdwijnen wanneer hij wil. Deze drie, met hun bovennatuurlijke krachten, komen uiteindelijk terecht in Monrovia (hoofdstad van Liberia), waar zij verwikkeld raken in de strijd tegen Franse slavenhandelaars en de spanningen tussen de Afrikaanse-Amerikaanse migranten en de oorspronkelijke bevolking. Breed uitgesponnen verhaal met een ingewikkelde intrige, een mengeling van geschiedenis en magisch realisme, dat speelt in West-Afrika, Virginia en Jamaica en o.a. slavernij en kolonialisme aan de kaak stelt.
Dit debuut uit 2018 van de Liberiaans-Amerikaanse schrijfster kreeg goede recensies in de Engelstalige pers.