Meesterlijke sleutelroman van de bekende Ierse auteur (1963) rond de tumultueuze driehoeksrelatie tussen de Ierse auteur Bram Stoker (Dracula, 1897) en twee Victoriaanse theatersterren: de charismatisch-manipulatieve acteur/impresario Henry Irving (model voor graaf Dracula) en de ongrijpbare actrice Ellen Terry. Net als Dracula (talrijke verwijzingen) bestaat deze roman onder meer uit brieven en dagboeknotities, door Stoker aan Terry verstrekt voor haar biografie. Het beschrijft de driehoeksrelatie in zijn bijna dertig jaar lange interessante, maar hem vaak tot wanhoop drijvende baan als manager onder Irving aan het Londense Lyceum Theater. Het schetst ook het ontstaan van Dracula, 's nachts geschreven op een zolderkamer in het theater waarin de geest van een vermoorde dienstmeid huist. Naast de gedetailleerd-sappig beschreven theaterwereld van het laat-Victoriaanse Londen vol moord (Jack the Ripper) en fascinatie voor het bovennatuurlijke, draait het in wezen om de dubbele aard van vriendschap, seksualiteit, identiteit (het Mr. Hyde-achtige 'geheime zelf') en geslacht.