Tweede roman van de Amerikaans-Ethiopische auteur (1974) is genomineerd voor de Booker Prize 2020 en bruist met een ritme dat je niet snel te pakken krijgt. Hirut is een eenvoudig meisje van het platteland met grote dromen, een bijzondere familiegeschiedenis en een geweer. Na de dood van haar ouders komt ze in huis bij Kidane, een plaatselijk stamhoofd, die de dorpelingen mobiliseert voor de dreiging van een Italiaanse invasie. Het is dan 1935. De auteur geeft met haar beschrijving van het dagelijks leven een eerlijke kritiek op het feudale systeem van vrouwen die in dienstbaarheid van de mannen leven. Zo ook voor Aster de wilskrachtige vrouw van Kidane. De oorlog maakt de twee vrouwen bewust van hun positie en rijp voor verzet. Na de vlucht van Haili Selassie introduceren zij diens dubbelganger om het moraal hoog te houden, wat uiteindelijk resulteert in Hirut’s gevangenschap. In afzonderlijk hoofdstukken volgen we het persoonlijke verhaal en dat van de geschiedenis van Ethiopië. De literaire verteltrant is complex en beeldend, vol ingehouden woede.