De fotograaf Maali Almeida is vermoord, althans dat droomt hij. Hij staat in de rij van het voorportaal van het hiernamaals, samen met anderen die gruwelijk aan hun einde gekomen zijn. Sommige herkent hij, want hij heeft talloze slachtoffers gefotografeerd sinds eind jaren '80, toen een burgeroorlog in Sri Lanka begon, een oorlog zonder good guys. Hij krijgt van de hemelse bureaucratie een week – zeven manen – de tijd om te ontdekken wie hem heeft gedood en om zijn toekomst op orde te brengen. Hij komt in een maalstroom van ontmoetingen met daders en slachtoffers terecht, die hem amper wijzer maken over wat hij met zijn voorbije leven aan moet. Is vergeten worden niet de beste optie, want wat moet de wereld met de honderden foto's van wreedheden die hij onder een bed heeft verstopt? Dit compromisloze verhaal, dat in 2022 de Booker Prize won, lijkt een soort 1984-roman over nieuwe natiestaten: niet één totalitair regime, maar gewone mensen die zich organiseren op basis van religie, ideologie, etnisch profiel of taal, zijn daar je grootste vijand.
Winnaar Booker Prize 2022