Het gezin Popper: vader (overleden), moeder, Serge, Jean (verteller) en Nana. Een doorsneegezin, maar met Joodse wortels. Vader was zeer pro-Israël, maar moeder (ze overlijdt aan het begin van het boek) laat zich cremeren. Herinneringen aan het ouderlijk gezin worden opgehaald door de volwassen kinderen. Zij hebben ieder hun eigen leven geleefd. Serge (één dochter, Joséphine) is gescheiden van Valentina. Jean is nooit getrouwd, en heeft ook geen kinderen. Nana is getrouwd met een Spanjaard, die niet erg wordt gewaardeerd door de Poppers; ze heeft twee kinderen. Er wordt onderling veel gekissebist en geroddeld. Serge, Jean, Nana en Joséphine maken een reis naar Auschwitz en Birkenau, om hun daar omgekomen familieleden te gedenken. Die reis wordt geen succes, voornamelijk vanwege Serge. Na terugkeer gaat het leven zo zijn gewone gangetje, tot Serge ernstig ziek wordt. Bijzonder hoe een roman waarin eigenlijk niet zo veel gebeurt zo ontroerend kan zijn. Dit is een 'echte Reza'. Reza (1957) is een zeer succesvol Frans schrijfster, met veel romans op haar naam en wereldwijd vertaald.