Twaalf korte verhalen over de twee buurkinderen Sep en Sanne. Deze kleuters beleven herkenbare dingen, zoals je rugzak verliezen, naar de kinderboerderij gaan en naar school. Ook worden begrippen uitgelegd, zoals je schaduw en waarom wormen boven de grond komen als het veel regent. De verhalen kabbelen rustig voort en er gebeurt niets spectaculairs. De kinderen zijn braaf, traditioneel en rolbevestigend. Mama wordt met u aangesproken en werkt niet buitenshuis. Papa komt niet in beeld. Kleuters zullen zich zeker herkennen in deze afgeronde verhalen. Het taalgebruik is eenvoudig, maar niet bijzonder. Er worden overdreven veel verkleinwoorden gebruikt. De pentekeningen zijn stijfjes, maar wel kleurrijk en vullen de tekst goed aan. Dit tweede deel* over Sep en Sanne is een doorsnee bundel. Vanaf ca. 4 jaar. *Deel 1, 2016-32-2362 (2016/48).