Een reeks tekstfragmenten uit de vele voordrachten waarin Steiner (1861-1925) in diverse samenhangen spreekt over de seksualiteit in verleden, heden en toekomst. Doordat antroposofie rekent met een geestelijke oorsprong van alles in ons bestaan, neemt Steiner ons mee naar bovenzintuiglijke oertoestanden van mens en wereld. Ooit was de mens tweegeslachtelijk en bracht deze zichzelf voort. Met de zogenaamde paradijsval ontstond de scheiding der geslachten. Hierdoor verkreeg de mens zijn zelfstandig denkvermogen, de kennis van goed en kwaad. Steiner laat zien hoe het mannelijke en het vrouwelijke in ieder mens beide een rol spelen, maar ook hoe essentieel het is om de wezenlijke verschillen tussen de geslachten via de weg van de reïncarnatie afwisselend zelf te ervaren. Ook de weg van de liefde is interessant: van onbevangen lichamelijkheid, via als lust ervaren seks naar gesublimeerde mensenliefde. In een verre toekomst zal de mens weer zichzelf voortbrengen en wel op magische wijze via het gesproken woord. Met uitgebreide literatuurverwijzingen. Een boeiend palet aan beelden en gezichtspunten.