In 2042 heeft de mensheid ziekte en dood overwonnen. Er is overbevolking en daarvoor zijn de Scythes, een gevreesd elitekorps dat de mensen 'gleant' (doodt). Ze dragen een toga, hebben een ring om die immuniteit verleent en kennen tien geboden. De 16-jarige Citra en Rowan worden tegen hun wil opgeleid tot Scythe door Faraday. Ze leren technieken om te doden en wonen executies bij, maar Scythes leven ook mee met de nabestaanden. Na Faradays dood gaat Rowan in de leer bij een wrede Scythe en Citra bij Marie Curie die het goed met haar voorheeft. Ze worden tegen elkaar uitgespeeld in een finale competitie en tot dodelijke tegenstanders gemaakt. De bestsellerauteur (1962) van YA-series en romans, en National Award Book-winnaar, schrijft ditt geweldige eerstedeel in de geplande 'Arc of a Scythe'-trilogie. De wereld is een utopie (geen ziekte of onverwachte dood), maar ook een dystopie (geen emoties of creativiteit). Het perspectief in de hoofdstukken wisselt tussen het tweetal, en er zijn dagboekpassages van Scythes. Er is een mooie cliffhanger! Dit is erg gewelddadig en niet geschikt voor tere zieltjes. Ruime marge. Vanaf ca. 13 jaar.