Sterre is na de scheiding van haar ouders met haar moeder verhuisd vanuit 'het westen' naar het Groningse platteland, waar ze veel bij haar grootouders is en bevriend raakt met hun buurjongen Berend. Als de boomhut van Sterre en haar vriendinnen vernield wordt, verdenken ze de jongens uit hun klas, maar de oorzaak blijkt een aardbeving. Er volgt een tijd van onrust; de minister komt op bezoek met alle bijbehorende media-aandacht, er is sprake van prille liefdes en de klas van Sterre maakt plannen om de hut te vervangen door een aardbevingsbestendige, waarvoor ze meedoen aan een landelijke wedstrijd. Om de buurt doen Sterre en Berend in de ik-vorm hun verhaal, afgewisseld met informatieve 'weetjes van mijn opa/buurman' in een afwijkend lettertype, over onder andere gaswinning, aardbevingen, hoe deze te meten en energietransitie. Een levendig verhaal met veel spreektaal waarin onopgesmukt wordt verteld over de mentaliteit van de noorderling, de Groningse taal en de impact van de aardbevingen op de bevolking van het gebied. Met instructie wat te doen bij een aardbeving. De tekst wordt regelmatig afgewisseld met kleine kleurenillustraties. Vanaf ca. 9 jaar.