Rosamund is zeventien als in 1938 haar ouders omkomen bij een verkeersongeluk. Samen met haar Franse gouvernante Céline trekt ze in bij haar tante Venetia in Londen. Aanvankelijk leven ze daar nog een rustig rijkeluisleventje, maar als Céline omkomt bij een bombardement, besluit Rosamund in het verzet te gaan. Omdat ze accentloos Frans spreekt, wordt ze samen met twee mannen in Frankrijk gedropt om de Peugeotfabriek, die is overgenomen door de Duitsers, te saboteren. Dit klinkt allemaal spannender dan het is. Het avontuur begint ver over de helft van het boek, en Rosamund is nog geen dertig bladzijden in gevaar. De rest is allemaal suikerzoet, tranentrekkend en wensvervullend. Het verhaal is doorspekt met dagboekfragmenten van Rosamund, die in andere bewoordingen het verhaal nog eens dunnetjes overdoen. Titchmarsh (1949) is in Groot-Brittannië vooral bekend om zijn tuinprogramma's en -boeken, maar zijn romans vinden ook een grote schare liefhebbers.