Sara woont in Kleve. Ze heeft een gewoon leventje, maar alles lijkt te veranderen. Sara beseft goed dat dit te maken heeft met de nazi's die het leven steeds meer overnemen. Op haar school vertrekken steeds meer kinderen, ze weet niet waarheen tot ze op een dag, samen met haar zusje, zelf uit de klas wordt gehaald. Haar vader vertelt dat ze naar Engeland gaan en dat de rest van het gezin later zal volgen. In Nederland wordt Sara van haar zusje gescheiden en moet ze alleen met de boot naar Engeland, waar ze wordt opgevangen door een oom en tante. Haar vader vlucht ook, als een gebroken man, naar Engeland. Later blijkt haar zusje de kampen te hebben overleefd. Het oppakken van het gewone leven blijkt niet erg makkelijk te zijn voor het getekende en ontwortelde gezin. Naast het sterke verhaal over Sara is het boek ook een ode aan Truus Wijsmuller, die de transporten organiseerde, mede door haar inzet zijn zo'n 10.000 joodse kinderen gered. De karakters worden ijzersterk neergezet en laten de wanhoop maar ook het overleven zien, zonder overbodige dramatiek. Verhaal over een nog weinig belicht deel van de Tweede Wereldoorlog, namelijk de kindertransporten naar Engeland.